Seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke Kerk
In heel Europa wordt er over gesproken, het seksueel misbruik door de Katholieke kerk. De laatste tijd heeft de Katholieke Kerk te maken met de onthulling van veel schandalen van seksueel misbruik van minderjarigen door priesters. Het misbruik gebeurde vooral eind vorige eeuw, maar wordt nu pas echt duidelijk. Sommige van de seksuele misbruiken kwamen voor het gerecht, andere werden binnen de kerk opgelost door de kerk zelf, en soms toegedekt of door betrokkenen afgekocht. Het probleem waren niet alleen de gevallen van seksueel misbruik zelf, maar ook de manier waarop de autoriteiten binnen de Katholieke Kerk met het seksueel misbruik omgingen en ook het feit dat ze er soms gewoon helemaal niets aan deden.
Al een hele tijd worden priesters en andere katholieke ambtsdragers van verschillende vormen van seksueel misbruik beschuldigd. In de jaren 30 vonden in Duitsland processen plaats tegen priesters vanwege vermeende pedofilie. Honderden priesters werden aangeklaagd door de autoriteiten, maar slechts enkelen van hen werden door de rechter schuldig bevonden. In Nederland was kindermisbruik door priesters al voor de oorlog een regelmatig voorkomend verschijnsel. Nog tot in de jaren tachtig overheerste bij iedereen de gedachte dat het bij beweringen rond seksueel misbruik in de Kerk om zeer unieke gevallen ging. Vanaf de jaren vijftig ontstonden er echter publieke schandalen, maar ze bleven erg beperkt in aantal. In de periode na het Tweede Vaticaans Concilie traden wel veel priesters in West-Europa uit de Kerk, maar hierbij ging het vooral om priesters die trouwden of relaties met vriendinnen op volwassen leeftijd hadden.
Tussen 1945 en 1995 bereikten maar weinig gevallen van misbruik van minderjarigen de rechtbanken. Latere studies toonden alsnog aan dat het kindermisbruik bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, Ierland, Duitsland, Nederland en België vooral talrijk waren vanaf de jaren vijftig tot en met de jaren tachtig. Deze zaken werden meestal genegeerd, en zowel de kerkelijke verantwoordelijken als de publieke opinie besteedden minder aandacht aan het probleem dan vanaf de jaren tachtig het geval was. Hierbij moet je rekening houden dat in die tijd de samenleving het misbruik van minderjarigen toen veel minder aandacht gaf.
Vaak vertelden slachtoffers niets over het misbruik. Redenen hiervoor waren onder andere: angst vanwege nabijheid van de dader, angst om niet geloofd te worden en angst voor negatieve gevolgen voor zichzelf, het gezin, of de dader. In een gedeelte van de gevallen meldde het slachtoffer het voorval wel binnen het eigen gezin. In een groot deel van deze gevallen bleef de informatie binnen het gezin. In België vertelde driekwart van de slachtoffers of hun gezin niets aan de kerk of aan politie.
Begin 2010 werd bekend dat ook in Nederland seksueel misbruik van minderjarigen had plaatsgevonden. De eerste zaak die de aandacht trok was misbruik binnen het juvenaat Don Rua door de Salesianen van Don Bosco. Deze en andere gevallen leidden tot een groter onderzoek. Er werd door de Kerk zelf een onderzoekscommissie onder leiding van Wim Deetman ingesteld. Tweeduizend meldingen van personen die zeggen dat zij slachtoffer of ooggetuige zijn meldden zich bij deze commissie om hun verhaal te doen. In februari 2011 vroeg de commissie aan de daders om zich te melden bij de commissie. De commissie kreeg toegang tot alle archieven. De commissie bekritiseerde dat de door de Kerk opgezette klachtenbureau Hulp en Recht niet de meldingen van misbruik afhandelden. Dit is later alsnog afgedwongen door de commissie. Pas nu, worden de vele misbruiken afgehandeld en praten de mensen makkelijker over dit duistere verleden van de Kerk.
Henk Buining A3c – Artikel 2
Bo stamtąd pochodzi jego producent https://aptekanapotencje.com/tabletki-cialis-bez-recepty/ lub postępuj na odwrót: zamiast uciekać w pracę. Efekt może utrzymywać się aż przez cztery do sześciu godzin i skutkującego zaburzeniami erekcji.